Centro Progetto Lingue
Methodologie en niveaus
Progetto Lingue is een Italiaans taal- en cultuurcentrum
De onderwijsmethode van de Italiaanse taal met progetto lingue
De methode die wordt gebruikt bij progetto lingue is gebaseerd op communicatie, met de laatste studies over didactiek en dankzij de ervaring van afgestudeerde docenten en docenten met Italiaans als moedertaal.
Ons doel is om studenten in staat te stellen om in een zo kort mogelijke tijd in het Italiaans te communiceren. De studie grammatica is van fundamenteel belang om vooruitgang te boeken bij het leren van talen, maar wordt niet beschouwd als een doel op zich.
Studenten worden aangemoedigd om de Italiaanse taal onmiddellijk te gebruiken door het ontwikkelen van de 4 essentiรซle taalvaardigheden: luisteren, spreken, lezen en schrijven, in alledaagse communicatieve contexten.
De ontspannende omgeving, ondergedompeld in het groene platteland van Veneto, bevordert een snelle en gemakkelijke taalverwerving. De grote passie en professionaliteit van de docenten maken de studieomgeving gemoedelijk en leuk, zodat u in een rustig en ontspannen context kunt leren.
DE NIVEAUS
In ons Italiaanse taalcentrum gebruiken we het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen (ERK)als linguรฏstisch referentiekader voor onze cursussen, dat gebaseerd is op een richtlijn van de Raad van Europa voor taaldocenten en studenten om studiemateriaal te verschaffen en taalvaardigheid vast te stellen. Deze classificatiemethode, die in heel Europa en in vele niet-Europese landen wordt toegepast en erkend, onderscheidt op het gebied van taalstudie drie competentieklassen (Basis, Autonomie en Beheersing) en zes competentieniveaus A1, A2, B1, B2, C1, C2.
A
BASISNIVEAU
A1 – Beginnersniveau voor het leren van elementaire dagelijkse uitdrukkingen en zinnen zoals jezelf en anderen voorstellen, persoonlijke informatie geven en vragen zoals waar je woont, je werk en interesses.
A2 – elementair niveau voor het communiceren van eenvoudige activiteiten over vertrouwde en gebruikelijke onderwerpen, het duidelijk beschrijven van aspecten van iemands leven, over zichzelf praten in de verleden tijd, vertellen over iemands plannen, iets bestellen in een bar of restaurant, een mening vragen en geven.
B
AUTONOMIE
B1 – Pre-intermediate niveau voor wie de essentie begrijpt van onderwerpen als werk, vrije tijd, gewoonten en voorkeuren. Kan gemakkelijk omgaan met taalsituaties in het land waar hij/zij woont of reist. Kan hoop en ambities verwoorden en meningen en plannen motiveren.
B2 – Intermediair niveau voor wie relatief vlot kan communiceren met moedertaalsprekers en zich in de meeste situaties duidelijk kan uitdrukken. Begrijpt basisbegrippen over zowel concrete als abstracte onderwerpen. Kan een correcte, gedetailleerde tekst produceren over een reeks onderwerpen en een standpunt toelichten en meningen en voorkeuren motiveren.
3.
BEHEERSING
C1 – Gevorderd niveau voor wie met vertrouwen communiceert en zich vloeiend en spontaan kan uitdrukken zonder al te veel moeite om woorden te vinden. Kan de taal gebruiken als een effectief medium voor professionele, academische en sociale doeleinden. Kan duidelijke, goed gestructureerde teksten produceren over complexe onderwerpen.
C2 – Niveau van vaardigheid in complexe situaties, voor wie moeiteloos alles kan begrijpen wat hij hoort of leest. Kan informatie uit verschillende gesproken en geschreven bronnen samenvatten en argumenten en informatie in een samenhangende tekst reconstrueren. Kan zich spontaan, zeer vloeiend en nauwkeurig uitdrukken.